29 oktober 2013

Jong in Madeira: verkennen van Funchal en omgeving


Madeira. Een rotsige uitstulping in een verder spiegelgladde oceaan, beurtelings verhuld en onthuld door voortjagende rafels wolken. Zo werd het eiland aan ons geopenbaard toen we er met het vliegtuig aankwamen. We doorboorden het wolkendek en landden zonder incident op de tarmac. 

Dat lijkt weinig bijzonders, maar de luchthaven van Madeira heeft een woelige geschiedenis. Tot diep in de jaren '70 was de runway immers amper 1600 m lang, gelegen op een plateau tussen de bergen en de zee, wat bijtijds tot hallucinante landingstaferelen leidde. Zoals altijd was er een ramp nodig om een scheve situatie recht te zetten. Nadat er in de jaren '70 liefst drie crashes plaatsvonden, waarbij in totaal 170 mensen omkwamen, besloot men in Madeira actie te ondernemen. De landingsbaan werd in stappen uitgebreid, met een laatste toevoeging in 2000, gebouwd op een woud van 70 meter lange betonnen palen. Tegenwoordig is ze 2781 m lang — nog steeds korter dan zelfs de kortste baan in Zaventem, maar alvast een pak comfortabeler dan vroeger. 

de landingsbaan tijdens de uitbreidingswerkzaamheden. Bron: akademifantasia.org


vrijdag 20 september 2013
We landen op de luchthaven om tien voor tien, lekker vroeg in de ochtend na een voorspoedige vlucht van nog geen vier uur. Een bus brengt ons naar het hotel, waar we ons innestelen en op verkenning gaan in de omgeving. We kuieren wat, smikkelen wat, en poedelen wat in het zwembad van het hotel. Een rustige dag vandaag, maar wél een heel aangename!



zaterdag 21 september 2013
Na een heerlijke nacht trekken we vandaag Funchal in, de hoofdstad van Madeira. Een gratis bus brengt ons erheen. We slenteren in het hemelse zonnetje door de straten van het stadje. Funchal bestaat ruwweg uit drie gedeelten: een historisch deel, dat aandoet als een middeleeuws stadje ergens in het zuiden van Europa, een koloniaal deel, met grote, statige gebouwen en lanen omzoomd met platanen en palmbomen, en een eerder toeristisch gedeelte, vol restaurantjes en winkeltjes. De stad heeft een woelige geschiedenis: ooit was het weinig meer dan een nederzetting waar Portugese kolonisten moesten wroeten om in hun bestaan te voorzien, maar later, toen het was uitgegroeid tot een belangrijke handelsvestiging, werd het meermaals geplunderd door piraten. Het is bezet door zowat alle Europese mogendheden met een noemenswaardige marine (dus niet de Belgen), en ooit heeft zelfs Sisi er verbleven. Niet lang na haar verblijf werd het dan ook een van dé bestemmingen voor de Europese jetset, en dat toerisme is gebleven, al kan tegenwoordig gelukkig ook de gewone man de oversteek en het verblijf bekostigen.

Onze eerste stop is de overdekte markt, waar zowat alle fruit verhandeld wordt dat op de onmogelijk steile hellingen van het eiland wordt geteeld. Ook wijn wordt er in grote hoeveelheden verkocht, en vis natuurlijk, want het is tenslotte een eiland. De vishal, die tegen de overdekte markt staat aangebouwd, is een van de ruimste en tegelijk properste die ik al heb gezien (toegegeven, misschien heb ik nog niet veel vishallen gezien).

flesje Madeirawijn, iemand?

alle soorten fruit worden hier gekweekt!

een mozaïek in de vishal: zo ging het er vroeger aan toe

We slenteren verder naar het oosten, terwijl het land zich steeds verder boven zee verheft. Funchal ligt op een van de weinige plekken waar de kust vrij vlak is, maar aan weerszijden verheft het land zich meteen honderden meters boven zeeniveau. Tegen de middag komen we op een plek waar een geweldig mooi kerkje over de azuurblauwe zee uitkijkt. Wie hier een zwemmetje wil wagen, moet echter een heleboel trappen doen om aan het water te komen. Daar heeft een goeie ziel gelukkig een beschut baaitje geschapen met genoeg ruimte om je handdoek uit te spreiden. Je betaalt een paar euro toegang, maar dat is het volgens mij wel waard. Cat en ik hebben echter geen zwemgerief bij, en dus installeren we ons op een terrasje dat over het water uitkijkt.

kerkje van Santa Maria Maior

langs dit soort trappen daal je af naar het 'strand'

een van de 'strandjes'

een replica van Columbus' Santa Maria - met motor, uiteraard




zondag 22 september 2013
Na een heerlijk slaapje trekken we vandaag opnieuw naar het zwoele hart van Funchal. Deze keer echter niet om er zomaar wat rond te slenteren. Bestemming van vandaag is de tropische tuin, die aan de rand van de stad ligt, hoog op de groene hellingen. Je kan er te voet of per taxi heen, maar wij kiezen voor de kabelbaan, die ons in een oogwenk helemaal van de kust naar de toegang van de tuin brengt, dwars over de terracottadaken van de stad.

'Tuin' is een ietwat bescheiden term voor dit paradijs van groen van 7 hectare. Tussen het hoogste en het laagste punt is maar liefst 107 meter hoogteverschil, dus mocht je zelf gaan, trek dan beslist je stappers aan. Naast een ontzaglijke hoeveelheid tropische planten en micro-ecologieën herbergt de tropische tuin ook exposities (van Afrikaanse beeldhouwkunst tot mozaïeken die de geschiedenis van het eiland verbeelden), een sprookjesachtig kasteel, een paleisvijver met fonteinen en watervallen, twee Aziatische tuinen en zelfs een eigen terracottaleger. Je waant je beurtelings in een oerwoud, in een Japanse siertuin, in een Franse paleistuin en in iets wat alleen kan omschreven worden als het aardse paradijs. Serieus, de tropische tuin boven Funchal is écht de moeite van de trip. Wij brachten er de hele middag door.









dit is het uitzicht vanuit de kabelbaan terug naar de kust. Ik heb al slechter gezien!